Mara (deva)

Vraagteken

Er wordt getwijfeld aan de juistheid van een of meer onderdelen van dit artikel.
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina en pas na controle desgewenst het artikel aan.
Opgegeven reden: bronnen? (sjabloon geplaatst op 15 mei 2015)

Mara is binnen het boeddhisme datgene wat de mens in samsara houdt. Het is de tegenpool van boeddha en vergelijkbaar met de duivel in de abrahamitische religies.

Mara is de optelsom van al het kwade wat gezien wordt als negatief karma waardoor de mens opnieuw zal gaan incarneren en dus niet tot de verlichting komt.[1]

Gautama Boeddha heeft dit kwade 'de legers van Mara' genoemd. In de Sutta Nipita noemt de Boeddha tien verschillende legers, namelijk:

  1. Zintuiglijk genot en gehechtheid (k~ma)
  2. Ontevredenheid (arati)
  3. Honger en dorst (khuppipisa)
  4. Verlangen (tanha)
  5. Luiheid en slaperigheid (thina-middha)
  6. Angst (bhiru)
  7. Twijfel (vicikicchi)
  8. Schijnheiligheid en eigenwijsheid (makkha en thambha)
  9. Winst, faam en verering (l~bha, siloka en sakk~ra) en ten slotte
  10. Zelfverheerlijking en verlagen van anderen (attukkamsana en paravambhana).
Bronnen, noten en/of referenties
  1. ↑ Quest - sept 2008, pagina 24