Deler

Een geheel getal a {\displaystyle a} is een deler of factor van een geheel getal b {\displaystyle b} , als er een geheel getal k {\displaystyle k} bestaat waarvoor geldt dat a k = b {\displaystyle ak=b} . De bewering dat a {\displaystyle a} een deler van b {\displaystyle b} is, dat b {\displaystyle b} door a {\displaystyle a} kan worden gedeeld, wordt in de wiskunde meestal genoteerd als a | b {\displaystyle a|b} .

Een paar voorbeelden:

  • 2 is een deler van 8 (ofwel 2 | 8 ), want 2 × 4 = 8.
  • 3 is geen deler van 8, omdat er geen enkel geheel getal k {\displaystyle k} is zo dat 3 k = 8 {\displaystyle 3k=8} .
  • Voor elk geheel getal a {\displaystyle a} geldt a | 0 {\displaystyle a|0} , omdat a × 0 = 0 {\displaystyle a\times 0=0} .
  • Voor geen enkel geheel getal b {\displaystyle b} verschillend van 0 geldt 0 | b {\displaystyle 0|b} , omdat er geen k {\displaystyle k} is met 0 × k = b {\displaystyle 0\times k=b} .
  • Volgens deze definitie is 0 | 0 omdat 0 × 0 = 0.
  • Voor elk positief geheel getal a {\displaystyle a} geldt dat a | a {\displaystyle a|a} en dat 1 | a {\displaystyle 1|a} , omdat a × 1 = a {\displaystyle a\times 1=a} .

Een andere manier om aan te geven dat b {\displaystyle b} door a {\displaystyle a} kan worden gedeeld, is door te zeggen dat bij deling van b {\displaystyle b} door a {\displaystyle a} er geen rest overblijft: b {\displaystyle b} mod a {\displaystyle a} = 0.

Als a | b {\displaystyle a|b} en a {\displaystyle a} een priemgetal is, dan noemen we a {\displaystyle a} ook wel een priemfactor van b {\displaystyle b} .

Als twee verschillende gehele getallen a {\displaystyle a} en b {\displaystyle b} allebei een deler c {\displaystyle c} hebben, dan heet c {\displaystyle c} een gemene of gemeenschappelijke deler van a {\displaystyle a} en b {\displaystyle b} . De grootste gemene deler van a {\displaystyle a} en b {\displaystyle b} wordt genoteerd als g g d ( a , b ) {\displaystyle \mathrm {ggd} (a,b)} .

Echte deler

Een positief getal a {\displaystyle a} wordt een echte deler van b {\displaystyle b} genoemd als a {\displaystyle a} een deler is van b {\displaystyle b} , die ook in absolute waarde kleiner is, dus niet het getal zelf. Priemgetallen hebben maar één echte deler, namelijk 1. Bedenk dat −2 een deler is van 6, immers 2 × ( 3 ) = 6 {\displaystyle -2\times (-3)=6} . Als men over delers praat werkt men in de optelgroep van de gehele getallen.

Als a {\displaystyle a} een deler is van b {\displaystyle b} , is ook a {\displaystyle -a} een deler van b {\displaystyle b} . Om deze praktische reden beperkt men zich meestal in de getaltheorie tot het noemen van de positieve delers. Bijvoorbeeld: {delers van 6} = {1,2,3,6} en niet {−6,−3,−2,−1,1,2,3,6}

Tabel van delers

  • Tabel van delers, alle getallen tot en met 1000 met hun delers